John Hume werd geboren in 1937 in Londonderry, Noord-Ierland. Hij groeide op tussen de gewelddadige religieuze conflicten. Het was een oorlog tussen godsdiensten, en tegelijk een strijd om zelfbeschikking en onafhankelijkheid. Hume werkte als leraar en deed zijn best om de achtergestelde rooms-katholieke gemeenschap te helpen. In 1970 stond hij aan het begin van de Social Democratic and Labour Party. Deze partij was voor het herenigen van Noord-Ierland en Ierland. Het doel was duidelijk: zonder geweld los komen van het Verenigd Koninkrijk en de onderdrukking van de protestanten.

Hume sloot zich aan bij het Noord-Ierse parlement en werd minister. Hij vertegenwoordigde zijn volk in het Europese parlement. Daar stelde hij zich open om de dialoog aan te gaan. De kritiek op hem was groot toen Hume contact zocht met de Irish Republican Army (IRA). Daarbij deed Hume geen afstand van zijn principes om de strijd zonder geweld te voeren. De IRA was een republikeins leger dat verboden was door Londen. Hume bereikte in 1998 na harde onderhandelingen het beroemde Goede Vrijdagakkoord: wapenstilstand met uitzicht op een toekomst in vrede. In datzelfde jaar kreeg Hume samen met de leider van de Unionistische partij David Trimble de Nobelprijs voor de Vrede. In 2001 verliet Hume de politiek. Hij werd een gematigd nationalistisch politicus genoemd, die op het juiste moment en de juiste plaats zijn volk kon dienen. Hume overleed in 2020 in Londonderry.