Kofi Atta Annan werd in 1938 geboren in Ghana. Hij werd als diplomaat een tegenstander van alle geweld in de wereld. Dr. Annan kwam uit een familie van juristen en studeerde economie en management. Dat deed hij in Zwitserland en in de Verenigde Staten. Daarna werkte hij een korte tijd voor de Wereld Gezondheid Organisatie (WHO). Van 1962 tot 1992 vertegenwoordigde dr. Annan de VN in Egypte en Ethiopië, en op de hoofdkantoren in Genève en New York. In 1993 werd hij benoemd tot ondersecretaris-generaal en kreeg hij een speciale opdracht voor vredesoperaties.

In 1979 werd dr. Annan de eerste zwarte secretaris-generaal van de VN. In 2001 werd hij opnieuw gekozen en kreeg hij de Nobelprijs voor de Vrede. Aan het begin van zijn werk voor de VN kreeg hij te maken met de onopgeloste problemen rond Bosnië en Rwanda. Tijdens zijn bestuursperiode van 1979 tot 2007 hervormde hij de VN. Bij zijn afscheid in 2006 zei dr. Annan somber: “Tijdens mijn termijnen als secretaris-generaal moest ik ervaren dat belangrijke doelen als noodzakelijk respect voor de mensenrechten, economische onbalans en instabiliteit in de wereld niet zijn opgelost, maar erger zijn geworden.” Na zijn terugtreden bij de VN werd hij geen staatshoofd van Ghana. Wel bleef dr. Annan werken als voorzitter van het Global Humanitarian Forum in Genève, in de groep The Elders, in het bestuur van de UN Foundation, het African Progress Panel, als kanselier van de Universiteit van Ghana en als hoogleraar in Singapore.

Dr. Annan ontving veel eredoctoraten, waaronder van Lund, Dublin, Tilburg, Berlijn, Pittsburgh, Gent, Tokyo, Harvard, Princeton en Londen-King’s College. In 2006 kreeg hij de Olof Palme Prize en in 2007 de Noord-Zuid-Prijs van de Raad van Europa. Dr. Annan kreeg het Grootkruis in de Orde van de Nederlandsche Leeuw.