De anglicaanse geestelijke Lord Robert Alexander Kennedy Runcie werd geboren in 1921 in het Verenigd Koninkrijk. In 1945 doorkruiste hij Nederland als tankcommandant van de Scots Guards. Aartsbisschop Runcie kreeg een onderscheiding voor zijn moed tijdens operatie Market Garden. Hij nam deel aan de bevrijding van het concentratiekamp Bergen-Belsen. Deze ervaring heeft een stevige indruk achtergelaten. In zijn dankwoord na de uitreiking van de Freedom of Worship Award verwees aartsbisschop Runcie naar zijn ervaringen tijdens de bevrijding. “Van Maastricht tot Nijmegen, en van Breda tot Venlo ken ik de landkaart beter dan die van sommige streken in mijn eigen land.” zei hij. De aartsbisschop noemde ook de verwoesting én wederopbouw van Middelburg. Dit gebruikte hij als voorbeeld van de manier waarop een ramp kan leiden tot iets nieuws.

Runcie werd in 1970 bisschop van St. Albans en negen jaar later aartsbisschop van Canterbury. Daarmee werd aartsbisschop Runcie Primate of all England. In 1982 knielde hij samen met paus Johannes Paulus II in de kathedraal van Canterbury. Aartsbisschop Runcie maakte tijdens zijn ambtsperiode moeilijke debatten mee. Deze gingen onder andere over de plaats van de vrouw in het kerkelijk ambt en de omgang met homoseksuele gelovigen. Hij moest kiezen tussen zijn vrije en behouden opvattingen. Bij zijn afscheid als aartsbisschop in 1991 werd Runcie benoemd tot baron Runcie of Cuddesdon. Hij werd lid van het Hogerhuis als Lord Spiritual. In 2000 overleed baron Runcie of Cuddesdon in het Verenigd Koninkrijk.